Importsheet Keuken Uitgebreid: Ingrediënten

Kolom A > Ingrediëntnaam (verplicht)

Voorbeeld:

Wat is de ingrediënt naam zoals deze intern gebruikt wordt?

Geef hier zo veel mogelijk informatie zodat het voor iedereen binnen het bedrijf duidelijk is welk ingrediënt wordt bedoeld.

1. Broccoli vers, per stuk
2. Kipfilet 100 gram
3. Bruin brood, gesneden
4. Rijst wit, zak 20kg

Kolom B > Ingrediëntcategorie (verplicht)

Voorbeeld:

Onder welke categorie valt dit product? 

Zo kun je makkelijk zoeken op bepaalde categorieën, in bijvoorbeeld besteladviezen. Denk hier dus goed over na. 

De verschillende categorieën zijn te beheren in het tabblad Ingrediëntcategorie.

1. Groenten & Fruit
2. Gevogelte
3. Brood
4. Bloem, pasta, rijst, aardappel 

Kolom C > Producteenheid (verplicht)

Voorbeeld:

In welke eenheid zien/rekenen we dit product?  Voorbeelden: Portie / Liter / Kilo / Stuk / etc.

Dit heeft niets te maken met hoe het product wordt ingekocht. 

De verschillende eenheden zijn te beheren in het tabblad Producteenheid.

1. Stuk - Broccoli wordt per stuk gezien
2. Stuk - Kipfilet wordt per stuk gezien
3. Stuk - Een brood zien we per stuk
4. Zak - Rijst wordt geleverd in een zak

Kolom D > Rekeneenheid (verplicht)

Voorbeeld:

Zien we het product in liters of in kilo's? 

Elk ingrediënt, ook een brood, heeft een gewicht. Hier bepaal je of het ingrediënt per kilo of liter afgewogen kan worden. In kolom H en I wordt het daadwerkelijke gewicht ingevuld.

1. Kilo
2. Kilo
3. Kilo
4. Kilo

Kolom E > Artikelnummer

Dit is een intern artikelnummer voor het product. Dit veld is ter info en komt niet op de keukenbon of andere exports.

Dit is alleen voor intern gebruik, als producten een eigen artikelnummer hebben. Dit is niet het artikelnummer van de leverancier. 

Kolom F > Artikelnummer (extern)

Intern artikelnummer dat je extern communiceert. Dit artikelnummer gebruikt EasyParty om te exporteren op de stickers. 

Dit kun je gebruiken als je bijvoorbeeld een product in je winkel verkoopt en het artikel hiervoor een uniek artikelnummer nodig heeft. 

Kolom G > Vrij van allergenen (verplicht)

Voorbeeld:

Is het ingrediënt vrij van allergenen? 

Deze kolom vul je met Ja (als het geen allergenen bevat) of Nee (als het wel allergenen bevat)

1. Ja
2. Ja
3. Nee 
4. Nee

Kolom H > Brutogewicht (verplicht)

Voorbeeld:

Wat is het bruto gewicht van het product?

Hoe veel Rekeneenheid (Kolom D) past er in 1 Producteenheid (Kolom C)?

1. Hoe veel weegt 1 stuk broccoli? = 0,350 kilo
2. Hoe veel weegt 1 stuk kipfilet? = 0,100 kilo
3. Hoe veel weegt 1 stuk bruin brood gesneden? = 0,790 kilo
4. Hoe veel weegt 1 zak rijst? = 20,000 kilo 

Kolom I > Nettogewicht (verplicht)

Voorbeeld:

Wat is het netto gewicht van het product? = Hoe veel BRUIKBARE Rekeneenheid (Kolom D) past er in 1 Producteenheid (Kolom C)?

Sommige ingrediënten hebben verlies (afval) voordat het in een recept gebruikt wordt. Als je 1 kilo broccoli nodig hebt in een recept, dan heb je  meer dan 1 kilo hele broccoli nodig want je kan maar 70% van een broccoli gebruiken in een recept.

Voorbeelden hiervan zijn:

• Schil van de aardappel.

• Uitlekgewicht van olijven, augurken, etc.

• Stronk van een broccoli

Niet alle producten hebben afval. Dan is het nettogewicht hetzelfde als het brutogewicht.

Op internet kun je veel informatie vinden over afvalgewicht. 

1. 0,245 kilo - De stronk van de broccoli kan niet gebruikt worden, dus is afval
2. 0,100 kilo - Kipfilet heeft geen verlies
3. 0,730 kilo - De kontjes van het brood kunnen niet gebruikt worden, dus is afval
4. 20,000 kilo - Ongekookte rijst heeft geen afval

Kolom J > Niet bestellen

Voorbeeld:

Is dit een product dat niet besteld hoeft te worden?

Deze kolom vul je met Ja (als het niet besteld hoeft te worden) of Nee (als het wel besteld moet worden)

Voorbeeld van ingrediënten die nooit besteld dienen te worden:

• Water (maar dient wel aangemaakt te worden om aan een recept te koppelen).

• Ingrediënten die je zelf kweekt zoals kruiden.

• Ingrediënten die je zelf maakt uit afval van andere producten.

• Als je de module voorraadbeheer niet hebt, maar ervoor wilt zorgen dat bepaalde ingrediënten die je niet vaak besteld, maar altijd eens in de zoveel tijd in bulk besteld niet in de dagelijkse besteladviezen komen.

1. Nee
2. Nee
3. Nee
4. Nee

Kolom K > Voorraadproduct

Voorbeeld:

Is het een product dat je standaard op voorraad hebt staan? 

Deze kolom vul je met Ja of Nee

Sommige ingrediënten hoeven niet dagelijks/wekelijks besteld te worden want ze hebben een lange houdbaarheidsdatum (droog of diepvries). Dit zijn ingrediënten die niet vaak besteld worden. En wanneer ze besteld worden, dan worden ze vaak in bulk besteld. Deze wil je dus niet elke week in je besteladvies scherm zien. Deze wil je alleen zien wanneer ze daadwerkelijk besteld moeten worden omdat de voorraad bijna op raakt.

Voorbeelden van voorraadproducten zijn zout, peper, olijfolie, azijn, bloem, etc.

Als je beschikt over de uitgebreide voorraadmodule kun je in het voorraadbeheer zien hoeveel je verwacht op voorraad te hebben in een bepaalde periode. Vanuit daar kun je bepalen of je moet bijbestellen of niet.

Als je geen gebruik gaat maken van het voorraadbeheer van ingrediënten dan vul je hier overal 'Nee'.

1. Nee
2. Nee
3. Nee
4. Ja

Kolom L > Minimale voorraad

Wat is het minimaal aantal producteenheden (Kolom C) die je op voorraad wilt hebben voordat het weer besteld moet worden?

Als je beschikt over de uitgebreide voorraadmodule wordt de regel rood in het voorraadbeheer zodat de medewerker het kan bestellen als de voorraad onder dit minimale aantal komt. Deze bestelling wordt dan overgenomen naar het besteladvies en kan vervolgens worden omgezet naar een inkooporder.

Kolom M > Maximale voorraad

Wat is het maximaal aantal producteenheden (Kolom C) die je op voorraad wil hebben?

Als je beschikt over de uitgebreide magazijn module wordt de bestelling verhoogd tot de voorraad weer op dit maximale aantal zit.

Kolom N > Prognose artikel

Voorbeeld:

Het is mogelijk om een prognose export te genereren in het besteladvies. Hierop komen alleen de ingrediënten die ook als prognose artikel zijn opgeslagen. Sommige leveranciers ontvangen graag een overzicht van wat je verwacht te bestellen voor volgende week. Dit is enkel bedoeld voor bepaalde ingrediënten waarvan zij ook niet veel op voorraad hebben. Daarom kun je dit aanzetten per ingrediënt i.p.v. per leverancier.

Bij alle ingrediënten waarvan een leverancier een prognose ontvangt voor de volgende bestelling, kun je Ja aangeven. Bij alle andere kun je Nee invullen.

Deze kolom is alleen van toepassing als je de module Besteladviezen hebt.

1. Nee
2. Nee
3. Nee
4. Nee

Kolom O > Per stuk weergeven (verplicht)

Voorbeeld:

Hoe wil je het product zien binnen de keuken? Per producteenheid (Kolom C) of per rekeneenheid (Kolom D)?

• Als je een ingrediënt wilt zien per producteenheid dan vul je hier JA in

• Als je een ingrediënt wilt zien per rekeneenheid dan vul je hier NEE in

Dit is voor hoe de ingrediënten in een receptuur gezet worden. Dus als het per stuk weergegeven wordt, dan is de producteenheid leidend. Als  het ingrediënt niet per stuk weergegeven moet worden, dan is de rekeneenheid leidend.

Voorbeelden hiervan:

• Halfvolle melk wil je niet in pakken (producteenheid) maar in liters (rekeneenheid) communiceren. Dus dan vul je Nee in

• Hele eieren wil je niet in kilo’s (rekeneenheid) maar in stuks (producteenheid) communiceren. Dus dan vul je Ja in

1. Nee - Broccoli wordt in kilo's gezien
2. Nee - Kipfilet wordt in kilo's gezien
3. Ja - Een brood zien we per stuk
4. Nee - Rijst zien we per kilo 

Kolom P > Dag van levering (verplicht)

Voorbeeld:

Hoe veel dagen voordat je het ingrediënt nodig hebt voor de productie wil je dat het geleverd wordt? 

Het is mogelijk om aan te geven dat een ingrediënt een x-aantal dagen van tevoren geleverd moet worden. EasyParty maakt een besteladvies gebaseerd op de dag dat de keuken het ingrediënt nodig heeft om een gerecht te produceren. Dit wordt dan standaard de dag van levering.

Als een ingrediënt eerder moet binnenkomen dan de dag dat het benodigd is, dan kun je dat aangeven d.m.v. dit veld.

Hoe te vullen:

• 0 = dan wordt het ingrediënt op dezelfde dag geleverd als de productiedag.

• 1 = dan wordt het ingrediënt één dag van tevoren geleverd.

• 2 = dan wordt het ingrediënt twee dagen van tevoren geleverd.

• Etc. 

Om veiligheid in te bouwen, en te voorkomen dat je altijd je producten op tijd in huis te hebben adviseren wij hier minimaal 1 in te vullen.

Belangrijk om te weten! In het besteladvies kan de leverdag van een ingrediënt altijd nog verzet worden!

Voorbeelden:

• Als een leverancier de kogelbiefstuk bevroren levert, dan moet deze één dag (of twee) van tevoren geleverd worden zodat het ontdooid is wanneer het gebruikt wordt.

• Als een leverancier later op de dag levert, dan kan het zijn dat deze niet op tijd binnen is om die dag nog mee te gaan in de productie.

• Is een leverancier niet heel betrouwbaar en komt hij soms later, niet of ontbreken er items, bouw dan veiligheid voor jezelf in door deze op minimaal 2 te zetten. 

Leveringsdagen van de leverancier zijn in te richten in CRM > betreffende leverancier  > Leveranciersdetails.

Wij adviseren deze alleen te vullen als je gebruik gaat maken van de besteladviezen. 

1. 1 - Broccoli is een vers product, dus mag zo laat mogelijk geleverd worden maar omdat we er 's ochtends meteen mee aan de slag gaan mag deze een dag van te voren geleverd worden. 
2. 2 - Kipfilet wordt bevroren geleverd dus deze moet eerder geleverd worden. 
3. 0 - De bakker komt altijd om 6:00 uur 's ochtends leveren, dus dat is bijna altijd goed. Wanneer het een dag van te voren geleverd moet worden kan deze in het besteladvies verzet worden. 
4. 2 - Rijst heeft een lange houdbaarheid en wil je niet op mispakken. 

Kolom Q > Opslaglocatie

Voorbeeld:

Waar staat het ingrediënt standaard opgeslagen? 

De picklijst kan uitgesplitst worden per opslaglocatie zodat dit losse lijsten worden. 

1. Groenten koeling
2. Diepvries
3. Droog magazijn
4. Droog magazijn

Kolom R > Opslagtype

Als je meer informatie kwijt wilt over het opslaan van het product dan kun je dat hier toevoegen. Dit veld is ter info en wordt nergens geëxporteerd.

Kolom S > Productgroep

Als je meer informatie kwijt wilt over het type van het product dan kun je dat hier toevoegen. Dit veld is ter info en wordt nergens geëxporteerd.

Kolom T > Productopmerking

Als je meer informatie kwijt wilt over het product dan kun je dat hier toevoegen. Dit veld is ter info en wordt nergens geëxporteerd.

Kolom U > Land van herkomst

Het is mogelijk om hier het land van herkomst toe te voegen. Dit is ook alleen puur ter informatie.

Kolom V > THT droogmagazijn

Voorbeeld:

Hoe veel dagen is het product houdbaar in het droogmagazijn?

Dit wordt gebruikt bij het genereren van stickers. 

Als je (nog) geen gebruik gaat maken van stickers, dan mag je dit leeg laten in de export.

Als het niet van toepassing is voor dit ingrediënt vul je niets in. 

1. 2 
2. 365

Kolom W > THT koeling

Voorbeeld:

Hoe veel dagen is het product houdbaar in de koeling?

Dit wordt gebruikt bij het genereren van stickers. 

Als je (nog) geen gebruik gaat maken van stickers, dan mag je dit leeg laten in de export.

Als het niet van toepassing is voor dit ingrediënt vul je niets in. 

1. 4
2. 2
3.  
4.  

Kolom X > THT diepvries

Voorbeeld:

Hoe veel dagen is het product houdbaar in de diepvries?

Dit wordt gebruikt bij het genereren van stickers. 

Als je (nog) geen gebruik gaat maken van stickers, dan mag je dit leeg laten in de export.

Als het niet van toepassing is voor dit ingrediënt vul je niets in. 

1.  
2. 120
3. 30
4.  

Kolom Y > Leverancier ID (verplicht)

Voorbeeld:

Wie is de leveranciers van dit product? 

Leveranciers kun je aanmaken in het Tabblad Leveranciers, als de leverancier gevuld is kan deze met de dropdown gekozen worden in deze kolom. 

Zorg dat de leveranciersnaam qua omschrijving exact overeenkomt met de relatie in de CRM-sheet. Als dit niet het geval is kan EasyParty de link niet leggen tussen beide leveranciers.

1. Groenteboer 't Vershuys
2. Slagerij Jansen
3. Bakkerij De Molen
4. Sligro

Kolom Z > Productnaam Leverancier (verplicht)

Voorbeeld:

Wat is de naam van het product zoals deze bij de leverancier bekend is?

1. Broccoli middel vers
2. Kipfilet middel geportioneerd 100GR, diepvries 
3. Brood bus, Bruin (gesneden)
4. Akash basmati rice, zak 20 kg

Kolom AA > Artikelnummer Leverancier (verplicht)

Voorbeeld:

Wat is het artikelnummer van het product bij de leverancier? 

1. 125
2. 21813
3. 4
4. 2351336

Kolom AB > EAN Consumenteneenheid

Dit is een Europees bepaald nummer die de leverancier kan aanleveren indien zij deze hanteren.

Als je gebruik maakt van de PS in Foodservice koppeling dan is het belangrijk dat je het EAN nummer overal vult zodat het ingrediënt meegenomen wordt in deze koppeling.

 Kolom AC > EAN Handelseenheid

Dit is een Europees bepaald nummer die de leverancier kan aanleveren indien zij deze hanteren. 

Kolom AD > Inkoopeenheid (verplicht)

Voorbeeld:

In welke eenheid koop je het product in bij de leverancier?

Deze is gekoppeld aan de prijs die je invult in kolom AE. Dit kan hetzelfde zijn als de Producteenheid (Kolom C), maar dat hoeft niet. 

1. Stuk - Je besteld de broccoli per stuk bij de leverancier
2. Kilo - Je besteld de kipfilet per kilo bij de leverancier
3. Stuk - Je besteld brood per stuk bij de leverancier
4. Zak - Je besteld rijst per zak bij de leverancier

Kolom AE > Inkoopprijs (verplicht)

Voorbeeld:

Welke inkoopprijs betaal je voor het product excl. BTW, per inkoopeenheid (Kolom AD)?

1. € 1,35 - Per stuk broccoli
2. € 7,50 - Per kilo kipfilet 
3. € 2,20 - Per stuk brood
4. € 51,50  - Per zak rijst

Kolom AF > Omrekenfactor (verplicht)

Voorbeeld:

Hoeveel Producteenheid (kolom C) zit er in 1 Inkoopeenheid (kolom AD)? Zo kan EasyParty berekenen hoeveel 1 producteenheid kost. 

In veel gevallen kan dit 1 zijn. 

1. 1 - Er zit 1 stuk broccoli in 1 stuk
2. 10 - Er zitten 10 stukken kipfilet in 1 kilo
3. 1 - Er zit 1 stuk brood in 1 stuk
4. 1 - Er zit 1 zak rijst in 1 zak

Kolom AH > Besteleenheid

Voorbeeld:

In welke chargegrootte kun je inkopen, om bijvoorbeeld schaalvoordeel te behalen?

In veel gevallen is dit hetzelfde als de Inkoopeenheid (Kolom AD).

1. Stuk 
2. Kilo
3. Krat - Je kunt brood per krat van 10 stuks inkopen
4. Zak

Kolom AI > Omrekenfactor

Voorbeeld:

Hoeveel Inkoopeenheid (kolom AD) zit er in 1 Besteleenheid (kolom AM)?

Als dit hetzelfde is, vul je hier 1

1. 1
2. 1
3. 10 - Je kunt brood per krat van 10 stuks inkopen
4. 1

Kolom AK > Minimale bestelhoeveelheid 

Voorbeeld:

Heb je een speciale prijsafspraak met je leverancier, met de voorwaarde is dat je een groter volume per keer besteld? Dat vul je die hier.

Bijvoorbeeld; de leverancier wil dat je minstens 4 pallets besteld. Dan vul je hier 4 in.

Als dit niet het geval is vul je hier 1. 

1. 1
2. 1
3. 1
4. 1

Kolom AL > Bestelvolume 

Voorbeeld:

Geeft je leverancier aan dat dit product in een hoeveelheid van 2 per keer besteld dient te worden? Dan vul je hier 2.

Dit is niet hetzelfde als de minimale bestelhoeveelheid.

Als dit niet het geval is vul je hier 1. 

Een product is minstens vanaf 4 pallets te bestellen. Daarna kun je het in meervoud van 2 te bestellen omdat de pallets aan elkaar gebonden zijn. Dan vul je het als volgt:

• • 1 pallet nodig, dan bestel je er 4.

  • 3 pallets nodig, dan bestel je er 4.

  • 5 pallets nodig, dan bestel je er 6.

Dan vul je hier 2.

Kolommen AM tot AZ > Allergenen

Deze 14 kolommen bevatten de 14 verplichte allergenen die je als cateraar dient bij te houden. Per component is het mogelijk om aan te geven welke allergenen deze bevatten.

• Ja is dat dit aanwezig is in het component
• X is dat het sporen van bevat 
• Nee is dat dit niet aanwezig is in het component
• Als je niets vult is het niet van toepassing